De mooiste maar ook geheimste ‘Bosch’-plek

Jeroen Bosch Huis, iov Bert Damen, Den Bosch, 15 5 2015Het gaat deze dagen bijna vanzelf. Zeker als je de Bossche binnenstad in gaat. Dromen over Jheronimus Bosch. Als fan van het eerste uur (1967) waande ik me jarenlang een roepende in de woestijn. Zelfs in Jeroens eigen stad zijn aanhangers dun gezaaid. De gemiddelde Bosschenaar heeft het fenomeen Bosch eigenlijk altijd argeloos aan zich voorbij laten gaan. Net als met de Sint-Jan’s Kathedraal. Als je hier woont, valt het nauwelijks nog op. Je vindt het gewoon, maar dat is het natuurlijk niet.

De interesse in en kennis over Bosch is marginaal. Hoewel er nu mede dank zij de gemeente en de Stichting Bosch 500 een kentering te zien is. Eindelijk. Maar er zijn ook nog hardnekkige misverstanden. Zo kun je nog steeds vaststellen dat binnen de Bossche gemeenschap De Kleine Winst, het souvenirwinkeltje op de Markt, als geboortehuis van Jeroen wordt aangewezen. Klopt dat wel? Nee dus, want we weten niet veel zeker over Bosch, maar wel dat hij daar NIET is geboren. Hij heeft er wel gewoond. Van zijn 12e tot zijn 31e en dat is niet het grootste deel van zijn leven zoals veel mensen ten onrechte denken.

35 JAAR
Jeroen woonde daarentegen aantoonbaar liefst 35 jaar in IndenSalvatoer, het pand twee deuren links naast Hotel Central. Hij is er mogelijk zelfs gestorven. Ik vraag me wel eens af of die wetenschap ook aanwezig is bij de organiserende instanties van het Jeroen Bosch Jaar. Want het Jeroen Bosch Huis maakt op geen enkele wijze deel uit van de herdenkingen en manifestaties. Per ongeluk of expres? Ik denk het eerste, want ik kan me bijna niet voorstellen dat dit om politieke redenen gebeurt. Ik zou niet eens weten waarom.

Het is wel jammer voor Dali en Johannes van Rooij, de eigenaren en bewoners van het prachtige Jeroen Bosch Huis. Zij hebben zoveel aandacht en energie gestoken in de restauratie van wat nog authentiek uit de tijd van Bosch is, de werkelijk verbluffend mooie en enorme kelders (60×9 meter!!!). Ze zijn terecht trots op het resultaat: Een eigen permanente expositie van honderden foto’s, tekeningen en schilderijen (veel in Bosch stijl) in de deels moderne en deels authentieke ‘Bosch’-kelder.

ATELIER/WERKPLAATS
Er is nog een link tussen De Kleine Winst en IndenSalvatoer. De twee panden zijn de inzet van een discussie over waar het atelier (de werkplaats) Van Aken en dus Bosch is geweest. De gemeente en de Stichting houden stevig vast aan De Kleine Winst, dat na Jeroens verhuizing naar IndenSalvatoer eigendom van de familie Van Aken bleef. En inderdaad, vanaf de aankoop van De Kleine Winst in 1462 door Jeroens vader Anthonis was De Kleine WInst absoluut de werkplaats van de schildersfamilie Van Aken. Daar is geen speld tussen te krijgen. Jheronimus Bosch heeft daar 100% zeker het vak geleerd. Maar hoe staat het met de situatie na 1481?

In dat jaar huwde Jheronimus met de rijke koopmansdochter Aleid van de Meervenne. Zij had IndenSalvatoer van haar vader geërfd. Een groot kapitaal pand aan de Markt. Net als De Kleine Winst, maar wel vele malen groter. Perfect geschikt voor een grote werkplaats zoals de Van Akens met al hun knechten en schilderende familieleden nodig hadden. In De Kleine Winst moet het improviseren zijn geweest. Eigenlijk te klein. Het was een zegen dat de Van Akens in 1481 de beschikking kregen over een veel grotere ruimte.

Dat is niet zomaar mijn eigen stelling, die inderdaad een prominente rol in mijn boek ‘Jeroen Bosch voor Beginners’ inneemt. Er is een groep vermaarde onderzoekers, die er ook zo over denkt. Aangevoerd door Dr. Lucas van Dijck, wellicht de grootste deskundige ter wereld over het leven van Jheronimus Bosch. Voor hem lijdt het geen twijfel. ‘IndenSalvatoer was vanaf 1481 het atelier van Bosch.’

Jeroen Bosch Huis, iov Bert Damen, Den Bosch, 15 5 2015

NOORDERLICHT
Het is niet alleen een kwestie van reduceren en deduceren. Er is nog een belangrijk argument. Aan de achterkant van IndenSalvatoer had Jheronimus de beschikking over Noorderlicht. En wat is het beste licht voor een kunstschilder wanneer hij slecht kunstlicht heeft, zoals in de Middeleeuwen? Juist. Noorderlicht. Maar ook daar zijn weer discussies over gaande. Middeleeuwse huizen zouden aan de achterkant geen ‘ramen’ of openingen met luiken hebben gehad. Maar Jheronimus had bij IndenSalvatoer wel een grote tuin. Palen in de grond, dakje erop en je hebt een prachtige outdoor-werkplaats……..

De discussie houdt dus aan. En dat is natuurlijk helemaal niet verboden. Ik heb ook respect voor de stelling van de Stichting, die een publicatie van Loes Scholten aanvoert voor het standpunt ‘Kleine Winst’. Niets mis mee. Toch lijken de argumenten, die voor IndenSalvatoer als werkplaats staan sterker. Loes Scholten negeert ze volkomen in haar publicatie. Terecht of ten onrechte? Probleem is, dat niemand ter wereld de echte waarheid kent. De stelling van hen die voor IndenSalvatoer gaan, kan niet zomaar van tafel worden geveegd, maar de officiële instanties in ‘s-Hertogenbosch negeren ze volkomen. Een discussie is zelfs niet mogelijk.

Misschien is er wel een compromis mogelijk. Twee werkplaatsen. Waarom niet? Het lijkt er steeds meer op, dat ‘Jeroen Bosch’ niet alleen de personage Jheronimus van Aken is geweest, maar ook een merknaam van een toen al vermaarde en grote werkplaats. Met tal van knechten en barstend van het talent. Ook het Bosch Research and Conservation Project neigt meer en meer naar de inzet door Jheronimus Bosch van meerdere schildershanden bij zijn grote producties. Hij kon het ook niet alleen en misschien had hij wel twee werkplaatsen nodig.
FRANK VAN GELOVEN

Jeroen Bosch Huis


Video VEERDONK VISUALS | RALF VAN DE VEERDONK